Gedragstherapie
Gedragstherapie is een psychotherapievorm die vanuit een wetenschappelijke invalshoek klachten benadert. Haar basis ligt binnen de leerpsychologie. Elk menselijk gedrag staat hier en nu in wisselwerking met omgevingsfactoren. Elk van ons voelt, denkt en gedraagt zich op een specifieke manier. Bovendien hebben we doorheen onze voorgeschiedenis geleerd op een specifieke manier te denken en te handelen. Deze leerervaringen beïnvloeden ons denken, handelen en voelen eveneens.
Gedragstherapie is gericht op het huidig functioneren van de cliënt en tracht dit functioneren te verbeteren. Het hoofdaccent ligt op het hier en nu: waar heeft deze cliënt op dit moment last van. Dit betekent niet dat ervaringen uit het verleden onbesproken blijven. Ze komen aan bod in functie van de huidige klachten.
De relatie tussen cliënt en therapeut kan omschreven worden als een samenwerkingsrelatie, waarbij overleg centraal staat. Beslissingen worden samen genomen. De gedragstherapeut streeft een maximale openheid na. Over het algemeen neemt een gedragstherapeut een eerder directieve houding aan. Van de cliënt wordt verwacht dat hij ook buiten de therapiesessie aan de slag gaat; hij wordt zijn eigen therapeut. Dit gebeurt in de vorm van huiswerkopdrachten. Meestal is gedragstherapie van eerder korte duur. Een behandeling duurt gemiddeld tussen tien en vijfentwintig sessies, afhankelijk van de aard van de problematiek. De frequentie bedraagt één keer per week of per veertien dagen.
Wanneer een cliënt zich aanbiedt voor een gedragstherapie bestaat de eerste taak van de gedragstherapeut erin de aanwezige problemen duidelijk te formuleren. De therapeut maakt een grondige inventarisatie van de problematiek met als doel een duidelijk overzicht van cliënt’s klachten te hebben. Cliënt en therapeut werken samen (elk vanuit zijn expertise) en komen tot een gemeenschappelijke visie op de klachten.
Vervolgens kiezen de gedragstherapeut en zijn cliënt één centraal probleem waarmee in therapie van start gegaan wordt. Een duidelijke en haalbare doelstelling voor het geselecteerde probleem wordt vervolgens geformuleerd. Een volgende stap is de verdere uitdieping van het gekozen probleem. Samen met de cliënt tracht de therapeut te achterhalen hoe de klacht ontstaan is wat de klacht momenteel in stand houdt. Soms zijn klachten terug te voeren tot negatieve ervaringen in het verleden. Andere klachten kunnen dan weer gekoppeld worden aan specifieke gebeurtenissen of situaties. Binnen deze situaties hebben mensen vaak geleerd zich op een bepaalde manier te gedragen. De gevolgen hiervan kunnen aanleiding geven tot klachten. Weer andere cliënten functioneren binnen een niet bevredigende omgeving, die klachten beïnvloedt. Een aanleiding voor het ontstaan klachten wordt regelmatig gevonden. Het wegnemen van de oorzaak is echter niet steeds mogelijk.
Wanneer duidelijk wordt waardoor uw klachten zijn ontstaan en hoe ze verder in stand gehouden worden, stelt de gedragstherapeut een behandelplan voor. Dit stappenplan maakt duidelijk hoe het gekozen probleem gaat aangepakt worden. Vervolgens wordt met de uitvoering van start gegaan, de behandelfase. Afhankelijk van de therapeut zal het accent in de behandeling eerder komen te liggen op het veranderen van onaangepast gedrag, dan wel het bijstellen van negatieve gedachten. De resultaten van de behandeling worden regelmatig afgewogen t.o.v. de vooropgestelde doelstelling. Vaak komen er in de loop van de therapie andere problemen aan bod, die vervolgens gedurende een periode meer op de voorgrond staan. De therapie is er hoofdzakelijk op gericht op een andere manier met de klachten te leren omgaan.
Bronnen:
Brinkman, W. (1978). Het gedragstherapeutisch proces. In: Handboek voor gedragstherapie. Deventer: Van Loghum Slaterus.
Informatiefolder voor cliënten van de nederlandse vereniging voor gedragstherapie en cognitieve therapie